Type boten
Of u nu op zoek bent naar een tweedehands motorboot of een nieuwe boot, er zijn vele typen en uitvoeringen boten. Hieronder is een korte omschrijving gegeven van typen die u zult tegenkomen.
Kajuitboot Wat is nu het verschil tussen een kajuitboot en een motorjacht? Wanneer kun je een kajuitboot een motorjacht noemen? Het onderscheid is tegenwoordig niet altijd gemakkelijk aan te geven. Een kajuitboot is, zoals de naam al zegt, een boot met een kajuit. Dit kan overigens zowel een motorboot als een zeilboot zijn. Het woord motorjacht werd van oorsprong gebruikt als aanduiding voor de grotere en luxe pleziervaartuigen. Heden ten dage is het verschil tussen een kajuitboot en motorjacht nog steeds uit te leggen op basis van afmetingen en luxe c.q. comfort. Wel is het inmiddels zo dat je bij afmeting meer moet kijken naar volume van de boot dan naar lengte. Het is overigens zeker niet zo dat kwaliteitverschil mede ten grondslag ligt aan het verschil tussen beiden typen. Er varen in Nederland heel veel kajuitboten rond, die zeer degelijk zijn gebouwd en door de eigenaar in een top onderhoudstoestand zijn gehouden. Maar door kleinere van de kajuitboot is het maximaal haalbare niveau van luxe en comfort gewoon lager. Daarentegen staat dat je ook motorjachten tegenkomt die in hun gloriejaren ongetwijfeld luxueus waren, maar die inmiddels in zo'n belabberde onderhoudstoestand verkeren dat ook het ooit aanwezige comfort inmiddels alle glans verloren heeft. En toch zal de eigenaar nog steeds volhouden dat hij eigenaar is van een motorjacht.
Het is in de moderne watersport ook zeker niet meer zo dat een motorjacht per definitie een salon en/of kajuit heeft. Met de toegenomen populariteit van de sloep zie steeds meer prachtige open sloepen varen van 'motorjachtwaardige' lengte en luxe. Deze sloepen mag je wat dat betreft zeker ook als motorjacht betitelen. Kortom: tot de motorjacht behoren de grotere (volumineuze), luxe boten. Kajuitmotorboten zijn kleiner in formaat, maar hebben wel per definitie een kajuit. In deze kajuit is minimaal bescheiden luxe en comfort aanwezig.
Grachtenboot De naam geeft al duidelijk aan waarvoor deze boten bedoeld zijn: het varen door de grachten. Grachtenboot is dus geen merk of een verwijzing naar een werf waar ze gebouwd worden. Kenmerkend voor een grachtenboot is de geringe doorvaarhoogte. Verder zijn ze niet al te lang en daardoor goed wendbaar en hebben ze een laag motorvermogen. Open boten met ruime zitplaatsen rondom zijn uitermate geschikt als grachtenboot. Zowel een stalen roeiboot met buitenboordmotor als een luxe polyester sloep kan gebruikt worden als grachtenboot.
Rubberboot Foute naam! Er bestaan geen rubberboten. Ze hebben zelfs nooit bestaan. Nou ja, alleen in WO II als rivieroverstekers. De juiste benaming is "opblaasboot" of nog juister: "opblaasbare boot". Deze boten zijn gemaakt van hoogwaardige kwaliteits PVC. De opblaasboot (niet het speelbootje van plastic) is super veilig, want zelfs geheel vol met water kan de boot nog steeds hetzelfde gewicht dragen. Een goede opblaasboot heeft gescheiden luchtkamers, een stijve bodem met V-vormige kiel en een stevig hekbord waar - indien gewenst - een zware buitenboordmotor aan bevestigd kan worden. In 'lege' toestand neemt de boot niet al te veel plaats in: ideale boot dus om als bagage in de auto mee te nemen op vakantie. Bijkomend voordeel is natuurlijk ook dat de boot in de winter thuis opgeslagen kan worden. Een winterstalling of een ligplaats in een haven is niet nodig en dat bespaart dus kosten.
RIB Een RIB (Rigid Inflatable Boat) is een kruising tussen een opblaasboot en een speedboot. Terwijl de soepele, met lucht gevulde tube drijfvermogen geeft, zorgt de kunststof of aluminium romp als een soort chassis voor de nodige stevigheid. RIBs zijn relatief licht, kunnen veel dragen, varen snel en voelen zich prima thuis op ruw water.
Motorboot Dit is een verzamelnaam voor alle gemotoriseerde boten.
Doerak Dit type motorjacht kom je heel vaak tegen op de Nederlandse binnenwateren. Er zijn van 1964 tot 1982 ongeveer 2500 stalen Doeraks in alle soorten en maten gebouwd. In 1964 startte de ontwikkeling met de Doerak 850, die daarna is gevolgd door successievelijk de Doeraks 1050, 950, 700, 750, 780, 650 en 600. De getallen staan voor de lengte in centimeters. Een toevoeging AK staat voor hetzelfde schip, maar dan in plaats van een open kuip een achterkajuit.
De Doerak is een kruising tussen een vlet en een schouw. Ondanks de beperkte maten van de Doerak oogde het voor die tijd erg ruim en bood het veel leefruimte. De boot heeft prima vaareigenschappen: stabiel en erg koersvast. Mede daardoor een aanrader voor beginnende schippers! Door de lage doorvaarhoogte en geringe diepgang is de Doerak ook uitermate geschikt in een vaargebied met lage bruggen, zoals de provincie Friesland. Het succes van de Doerak is tevens te verklaren door de gunstige prijs/kwaliteitsverhouding.
Visboot Vissen kan eigenlijk vanaf elke boot. Toch kun je daarmee niet elke boot als visboot typeren. Bepaalde typen boten zijn bij uitstek geschikt om mee te vissen: open bootjes of grotere boten met een royale open kuip zodat er veel ruimte is voor het hanteren van de van de hengels en met ruimte voor de verdere visuitrusting. Op veel plaatsen zijn visboten ook te huur. Behalve een buitenboordmotor zijn visbootjes vaak ook uitgerust met een elektromotor. Een draaibare stoel, hengelstandaards en elektronische fishfinder maken een boot tot een echte visboot. De ideale visboot kan wel tegen een stootje en is tevens gemakkelijk trailerbaar.
Vlet Het woord vlet is afgeleid van het Oudnederlandse woord vlot hetgeen 'ondiep' betekent. Een vlet is dus een ondiep stekend schip. De vlakke bodem en daardoor geringe diepgang maakte het mogelijk om ook bij eb of lage waterstand de kant te bereiken. De uitdrukking "iets vlot trekken" is hiermee ook verklaard. Het engelse woord flat in de betekenis van plat is ook hiervan afgeleid. Een motorvlet heeft aan de voorzijde schuin oplopende bodem en zijden. De voorsteven van een stalen vlet is vrijwel recht en verticaal. Door de ronde rompvorm zijn vletten buitengewoon sterk. Van de vaareigenschappen kan gezegd worden dat ze goed manoeuvreerbaar en in zekere mate ook zeewaardig zijn. Hoewel de oorspronkelijke vorm (ronde lijnen, alleen het achterschip was plat) heel lang gebruikt is, zijn er in de jaren vanaf 1970 aangepaste ontwerpen gekomen, zoals de knikspantvlet en de multi-knikspant. Met name de multi-knikspant wordt veel toegepast in de jachtenbouw omdat deze eenvoudiger en dus goedkoper te bouwen zijn. Er is dan sprake van misschien wel 4 tot 6 'gangen' waaruit de romp wordt opgebouwd.
Motorvletten zijn destijds veel gebouwd voor baggerbedrijven, die er uitstekende werkschepen aan hadden. Veel van deze vletten hadden ook een voorziening om te slepen. Deze motorvletten zijn dankzij de baggerindustrie over de gehele wereld uitgezworven. Vaak werden ze na afloop van een werk ter plaatse verkocht. Aangezien ze onverslijtbaar zijn kom je ze ook nu nog overal tegen. De populariteit dankt de Vlet mede aan z�n royale binnenruimte, gelijkvloerse kuip en lage kruiphoogte waardoor een groot vaargebied bereikbaar is.
Kotter Dit type vindt zijn oorsprong in de zeilvaart. De huidige motorkotters hebben een robuuste en stoere lijn, meestal een waaiervormige steven. De motorkotter is door haar oorspronkelijke gebruik als zeilkotter voor veel zeilers de minst pijnlijke overstap naar de wereld van het motorboot varen om nieuwe vaargebieden te ontdekken. Ook als opvolger van de open sloep is de kotter een gewild plezierjacht.
Spitsgatter Een aanduiding voor een model boot gebaseerd op de vorm van de achtersteven. Een spitsgatter heeft onder water een rechte sterk achterover hellende, spits toelopende roersteven. Boven de waterlijn gaat deze over in een gekromde achtersteven. Een boot waarvan zowel de voor- als achtersteven spits is wordt wel double-ender genoemd.
Sloep De reddingssloep is wellicht de sloep die ons het meest direct aanspreekt. Sloepen zijn er echter in vele varianten, al naar gelang voorstuwing en /of gebruik. Denk maar aan de zeil- of roeisloep, de marinesloep en de vissloep. Als er al sprake was van een gemeenschappelijk kenmerk dan is het wel de rechte kielbalk over het grootste deel van de lengte van de sloep. De moderne motorsloepen worden vooral van polyester gemaakt. Voor het zicht wordt vaak nog het overnaadse profiel van de romp behouden. Tezamen met de kabelaring (touw rondom) geeft dit de sloep een stoer uiterlijk. Let wel: niet elke boot met een kabelaring kan een sloep worden genoemd. Toch worden ze vaak als zodanig ontworpen en verkocht.
De meeste sloepen hebben een binnenboordmotor; aandrijving met buitenboordmotor komt echter ook voor. Nederland is een echt sloepenland. Er worden momenteel meer dan 200 verschillende types aangeboden in de verschillende prijsklassen. Sloepen worden vaak vernoemd naar plassen, meren of vaarten. Deze aanduidingen zijn overigens geen directe verwijzing naar het vaargebied waarvoor zij geschikt zijn of naar een plaats waar zij gebouwd worden. Met zoveel verschillende aanbieders en modellen is gezocht naar een manier om deze sloepen onderscheidende namen te geven. De provincie Friesland, de Vecht in Utrecht en de plassen van Loosdrecht zijn echt �sloepen-vaargebied�. Op diverse plaatsen kun je ook een sloep huren; een aanrader als je eens kennis wilt maken met het genot en het plezier van de watersport.
Kajuitboot Een kajuit is een verblijfplaats voor opvarende aan boord van een schip of boot. Elke boot die een ruimte heeft waarin opvarenden kunnen verblijven is dus een kajuitboot. Afhankelijk van de voortstuwing kan dit zowel een motor-kajuitboot als een zeil-kajuitboot zijn. Het tegenovergestelde zijn de open motor- en zeilboten. Open boten hebben dus in de regel ook geen kook- , slaap- of toiletvoorziening. Uitzondering op deze regel vormen de luxe sloepen. Je ziet steeds meer luxe open sloepen die deze basisvoorzieningen t�aan boord hebben.
Sportboot Dit is een benaming voor de categorie snelvarende motorboten. Voor het varen met deze boten is het Klein Vaarbewijs verplicht gesteld. Het snelheidscriterium is hierbij gesteld op het sneller kunnen varen van 20 km/uur. Nadruk ligt hierbij op het kunnen varen. Bij controle wordt gekeken of de combinatie motor-boot eventueel harder kan varen dan 20 km/uur. Het Klein Vaarbewijs is overigens tevens verplicht voor motorjachten met een lengte van meer dan 15 meter.
Speedboot Een speedboot behoort tot de categorie Sportboten. Bij dit soort boten draait alles om snelheid. Dit komt niet alleen tot uiting in het motorvermogen maar ook in het ontwerp, vormgeving en styling van de boot. Een speedboot is een open boot. Wil je een kajuit, dan zul je een keuze moeten maken uit boten in de categorie Sportcruisers. Wat motorisering betreft zijn speedboten uitgerust met een buitenboordmotor of een binnenboordmotor, ook wel �inboarder� genoemd. De voortstuwing van een binnenboordmotor bestaat uit een vaste schroefas of een hekdrive. Een hekdrive is eigenlijk een kruising tussen een binnenboord- en een buitenboordmotor. Hek betekent de achterkant van een schip. In deze achterkant wordt een staartstuk gemonteerd dat wordt aangedreven door een in de boot gemonteerde motor. Andere benamingen hiervoor zijn sterndrive of Z-drive.
Skiboot Een skiboot is een snelvarende sportboot speciaal ontworpen voor het veilig waterskiën of wakeboarden. Zo hebben skiboten een binnenboordmotor (inboarder) en een aandrijving met vaste schroefas. Dus geen buitenboordmotor of hekdrive. Vaak zijn skiboten uitgevoerd met een ge�egreerd zwemplateau aan de achterzijde van de boot. Dit vergemakkelijkt het in en uit het water gaan van de waterski�of wakeboarder. Skiboten hebben een lager zwaartepunt dan normale speedboten. Ze liggen lager in het water en zijn daardoor ook iets stabieler. Het nadeel hiervan ervaar je wel bij enige golfslag van opzij; grote kans dat je nat wordt. Als extra accessoire kan een skiboot zijn uitgerust met een wakeboard-tower; een metalen frame, gemonteerd op de boot waarin je de verschillende waterskies of wakeboards kunt opbergen.
Ex-beroepsvaartuig Dit zijn schepen die voorheen beroeps- of bedrijfsmatig gebruikt werden. Om ze geschikt te maken voor de watersport wordt het interieur vaak grondig verbouwd. Er zijn echter ook ex-beroepsvaartuigen die recreatief gebruikt worden maar waarvan de indeling en uitrusting bewust nagenoeg in authentieke staat gehouden zijn. Voormalige vrachtscheepjes, slepertjes of directievaartuigen lenen zich goed voor ombouw naar recreatief gebruik of zelfs (semi)permanente bewoning.
Consoleboot Een consoleboot is een door een buitenboordmotor aangedreven open motorboot, waarbij net iets vóór het midden de stuur- en zitconsole is gemonteerd. Het zijn sportieve boten met relatief veel loop- en bewegingsruimte. Door de opstelling van deze console heeft de bestuurder vanuit de zit een goed zicht rondom. In gebruik is een consoleboot een heel multifunctionele boot. Het is niet alleen een prima boot voor een boottocht met je familie; je kunt er ook mee waterski�of mee gaan vissen. De open kuip is zelflozend en dat maakt het schoonmaken van het interieur na een dagje varen erg eenvoudig. Consoleboten worden meestal vervaardigd van polyester. De boten zijn goed trailerbaar.
Platbodem Deze benaming is een duidelijke verwijzing naar de vorm van de bodem van een schip. Een platbodem heeft een in de breedte gezien plat of nagenoeg plat vlak en een kiel die niet of nauwelijks onder dit vlak uitsteekt. In plaats van een kiel heeft een platbodem doorgaans zijzwaarden.
Met hun geringe diepgang en platte bodem kunnen platbodems in getijdenwateren zonder problemen droogvallen op een zandbank. Platbodems zijn van oorsprong zeilschepen die bedrijfsmatig werden gebruikt in het Waddengebied en de Zeeuwse wateren. Kleinere platbodem werden in de ondiepe binnenwateren gebruikt voor de vrachtvervoer en visserij. Platbodems werden destijds voor een bepaald gebruiksdoel en vaargebied gebouwd. De afmetingen van een platbodem werden dan ook afgestemd op het formaat van een bijvoorbeeld een sluis in de betreffende regio. Ofschoon het overgrote deel van de platbodems onder zeil is gebleven, komen we toch ook gemotoriseerde platbodem tegen in de pleziervaart. Platbodems zijn ook erg gewild voor (semi)permanente bewoning.
Bakdekker Een Bakdekker of bakdekkruiser is herkenbaar aan het verhoogde voordek. Onder dit zogenaamde bakdek bevindt zich dan meestal het woongedeelte en het toilet. Bij een authentieke bakdekker is het achtergedeelte open (open kuip) of voorzien van een vaste overkapping. We zien echter ook steeds meer verbouwde bakdekkers waarbij de salon is doorgetrokken en de open kuip is komen te vervallen. Typerend aan de klassieke bakdekker is verder de mooie zeeglijn. Dit is de kromming van de deklijn die van het voorschip naar het achterschip loopt. Bepalen van de juiste zeeglijn was niet alleen van belang voor de zeewaardigheid. Vanuit esthetisch oogpunt diende zeeg bij de bakdekker ook mooi in harmonie te zijn met de vorm van het dekomtrek. Kenmerkend aan de bakdekker is verder de uitwaaiende boegvorm, de waaiersteven.
Van voren gezien heeft een bakdekkruiser een sterke V-vorm. Deze vorm zorgt ervoor dat het schip gemakkelijk uit een golfdal rijst. Dit is noodzakelijk omdat de verhouding tussen de lengte en de breedte bij bakdekkers ook karakteristiek is. Bakdekkruisers van 8 � meter lang zijn doorgaans slechts zo�n 2,30 meter breed. In de huidige jachtbouw zijn de schepen met zo�n lengte een stuk breder. Deze scherpte zorgt ervoor dat het schip gemakkelijk door de golven snijdt. De waaiersteven zorgt dan voor de noodzakelijke opwaartse lift. Er bestaan vele varianten. Bakdekkers met kofferdek, salonbakdekkruisers, bakdekkruisers met achterkajuit. Het aantal patrijspoorten varieert maar een mooie zeeglijn is wat deze schepen allen hebben.
Barkas De barkas was van oorsprong de grootste sloep die aan boord was. Vaak was er maar één van en deze was dan ook natuurlijk bestemd voor de kapitein. Hij werd er, roeiend of op motor, mee van en naar boord gebracht. Meestal was de barkas uitgerust met een klein stuk boordgeschut. In de huidige pleziervaart zijn barkassen erg populair. Het zijn robuuste schepen met een open kuip en een kajuit. De zware kabelaring maakt de boot extra stoer. Op afstand kun je een echte Barkas vaak al herkennen aan de kenmerkende rode of helder blauwe kleur van het boeisel.
Ook typisch voor de Barkas zijn de apostelen; de verticale stootranden aan de weerszijden tussen het bovenste en onderste stootrand (berghout) De populariteit dankt de Barkas mede aan z'n royale binnenruimte, gelijkvloerse kuip en lage kruiphoogte waardoor een groot vaargebied bereikbaar is.
Sportcruiser Een sportcruiser behoort tot de categorie Sportboten. Het zijn dus snelvarende boten. Kenmerkend verschil met een speedboot, die ook tot de sportboten behoort, is dat een sportcruiser beschikt over een kajuit, ook wel cabin genoemd. In de afsluitbare kajuit zijn slaap- , kook- en sanitairvoorzieningen. Op de kleinere sportcruisers weliswaar van bescheiden omvang en comfort, maar toch praktisch! De grotere sportcruisers hoeven in ruimte en comfort echt niet onder te doen voor een stalen motorjacht. Al naar gelang de afmetingen en de eisen die de opvarenden stellen aan privacy en comfort is een sportcruiser zeker geschikt voor een meerdaagse boottocht. Of beter gezegd ''cruise''-tochten.
Motorjacht Een motorjacht is een pleziervaartuig dat zich ten opzichte van andere motorboten met name onderscheidt door de afmetingen en het comfort en luxe aan boord. Dit wetende en vervolgens bladerend door de vele verkoopadvertenties in watersportbladen of op internet constateer je dat er dan wel héél veel grotere en luxe motorboten worden aangeboden. Echter, veel boten en bootjes worden onterecht motorjacht genoemd. Kajuitboot zou voor veel aangeboden boten een betere typering zijn. Een stukje historie: De naam jacht is het eerst gebruikt voor de kleine lichte scheepjes die voor oorlogsdoeleinden werden gebruikt door prins Maurits op de Vlaamse kust.
Na de Tachtigjarige oorlog ontwikkelde het zich tot een comfortabel vervoermiddel. In de 17e en 18e eeuw kwam het statenjacht in gebruik, bedoeld voor het vervoer van hooggeplaatste personen, b.v. leden van het landsbestuur de Staten van Holland, en het overbrengen van berichten. Het statenjacht bleef bij de marine in gebruik tot 1843. De schepen die door de burgers gebruikt werden voor recreatie werden speeljachten genoemd. In de 18e eeuw werd het gebruikelijk om ook werkschepen die snel en mooi van vorm waren jacht te noemen, bijvoorbeeld het blokzeilderjacht. Ook werd ieder al bestaand scheepstype met een salon of achterkajuit als jacht benoemd. Aan het einde van de 20e eeuw is het gebruikelijk om de schepen die eigendom zijn van personen van een koningshuis als jacht aan te duiden, b.v. de De Groene Draeck, het schip van koningin Beatrix en de Britannia, het schip van koningin Elizabeth II. |